top of page
Golven

Het Meisje van de Straat
Gepubliceerd in maart - 2010

Ik zie haar vaak lopen als ik op weg ben naar school. Dansend of spelend met een oude voetbal. Meestal met oordopjes in, afgesloten van de buitenwereld. Soepel beweegt ze door de menigte, met een afgezakte, versleten spijkerbroek en haar donkere haren energiek om zich heen springend. Ik heb haar nog nooit van dichtbij bekeken, maar haar uitstraling zie je al van ver. Dit is een meisje wat aan de andere kant van de straat loopt, maar voor mij onbereikbaar is. Er is één plek waar ze vaak danst. Als ze daar is, staan er altijd wel toeschouwers om haar heen die geld gooien in de pet die ze voor zich heeft neergelegd. Ik heb mezelf betrapt op het feit dat ik om me heen kijk als ze er niet is, in de hoop dat ze toch opeens tevoorschijn komt. Als ze er is, ga ik langzamer fietsen, zodat ik zo lang mogelijk kan kijken. Ik moet dichterbij komen, me mengen in de groep om haar heen, maar iets weerhoudt me daarvan. Ik ben waarschijnlijk gewoon bang, zoals altijd. Maar volgende keer zal ik het doen, echt waar!

Toen ik thuis kwam uit school hoorde ik mijn moeder praten in de huiskamer met haar vriendinnengroepje.
     ‘Ja, hij doet nu atheneum,’ zei ze. ‘En hij haalt prachtige cijfers! Het is echt een geweldig slimme jongen. Hij wil graag advocaat worden, wat vind je daarvan dan?’
     ‘Zozo! Advocaat nog wel! Wat goed!’ zei een van haar vriendinnen. ‘Ja, en hij is ook heel sociaal,’ ging mijn moeder verder. ‘Hij is al een tijdje aan het sparen om zijn zusje een keertje mee te nemen naar de Efteling! Lief toch?’
     ‘Ah, wat een schat,’ zei een andere vriendin.  
     ‘Kan hij niet een keertje met mijn dochter uit?’ Er klonk gelach en ik stak mijn hoofd door de deuropening. ‘Hoi, ik ben thuis!’      ‘Hé Micke!’ zeiden mijn moeders vriendinnen vrolijk. 
     ‘Dag schat, wil je ook een kopje thee?’ vroeg mijn moeder. ‘Nee dankjewel, ik ga aan mijn huiswerk,’ zei ik. Boven op mijn kamer zette ik mijn favoriete cd op en pakte mijn wiskunde boeken uit mijn tas. Net toen ik midden in de berekening van een lastige vergelijking zat kwam mijn zusje binnensluipen. Ik deed alsof ik haar niet doorhad, en net op het moment dat ze mij wou laten schrikken sprong ik overeind. ‘BOE!’ riep ik. Gillend van het lachen rende ze naar mijn bed en verstopte ze zich onder de dekens. Ik moest lachen bij het aanzien van haar twee kleine oogjes die mij stiekem aangluurden. Ik had nu bijna honderdvijftig euro gespaard om haar een dagje mee uit te nemen naar de Efteling. Elke dag vroeg ze wel hoelang het nog zou duren voordat we gingen. Ikzelf verheugde me er ook erg op, ik kon namelijk niet genoeg krijgen van haar kleine lieve lach.

 

Van ver af zag ik al dat ze er was. Het was laat en eigenlijk moest ik door naar huis, maar omdat ik het mezelf beloofd had zette ik mijn fiets op slot en voegde ik me bij het groepje toeschouwers om haar heen. Ik had het juistje plekje gevonden, niet te dichtbij maar ook niet te ver. Aandachtig keek ik hoe ze bewoog. Krachtig, soepel en gecontroleerd. Volgens mij was het een soort van streetdance wat ze deed. Ik wist daar niet zoveel vanaf en ik had me er nooit in verdiept, maar dit zag er echt geweldig uit! Ik raakte in een soort van trance. Ik vergat de tijd en zag er waarschijnlijk uit als een dom, starend schaap. Ik bleef naar haar kijken totdat ze haar pet met het verdiende geld pakte en haar radio uitzette. Toen pas kreeg ik door dat het al donker was. Ik schrok op, draaide me om en rende naar mijn fiets. Maar waar was mijn fiets? Ik had hem toch echt hier neergezet. Shit! Daar zal mijn moeder blij mee zijn, het was een harstikke goede fiets. Ik keek nog een keer om me heen, het meisje was weg. Hopelijk heeft ze me niet zo dom zien staren, wat een idioot ben ik ook! 

Sinds ik mezelf over mijn angst had gezet (en vanaf dat moment ook op de oude fiets van mijn oma naar school moest fietsen) ben ik elke dag naar het meisje van de straat gaan kijken. Ik noemde haar zo, omdat ik haar altijd op straat zag. Ik denk dat er zo wel een week voorbij is gegaan, dat ik me elke dag weer verbaasde over haar manier van bewegen. Ook deze dag stond ik weer op mijn vaste plek. Ik zag hoe ze aanstalten maakte om weg te gaan. Ik wist niet wat er in me omging, en waar ik opeens de moed vandaan haalde, maar ik liep haar achterna, pakte haar arm even vast en wilde gedag zeggen. Met een ruk draaide ze zich om.
     ‘Blijf met je poten van me af!’ Ze deed een paar stappen achteruit en keek me fel aan.
     Ik schrok van haar reactie en wist even niet wat ik moest zeggen. Toen verzachte haar blik.
     ‘Hé, jij bent die jongen die elke dag komt kijken,’ zei ze. Het was de eerste keer dat ik haar stem hoorde, ze klonk erg zelfverzekerd.
     ‘Ehm ja,’ zei ik. Er viel een stilte waarin we allebei niks zeiden. ‘Je bent, ehm, erg goed,’ zei ik, en ik voelde mijn gezicht rood worden. Ze glimlachte even. Zag ik dat nou goed? Ze lachte naar me!
     ‘Ik moet nu weg, maar morgen ben ik er weer. Kom je dan weer kijken?’ vroeg ze.
     Ze wou me graag weer zien! ‘Ja natuurlijk!’ zei ik misschien iets te blij. Ze lachte weer en verdween in de menigte.

 

De volgende dag was ik zenuwachtig. Ik had mijn favoriete shirt aangetrokken voor meer zelfvertrouwen. Eerst een dagje school en dan zou ik haar weer zien. Dan zou ik weer met haar praten... Toen ze mij die middag zag, stopte ze met dansen en liep ze naar me toe. ‘Je bent er,’ zei ze.
     Ik kon alleen maar stom knikken.
     ‘Zin om te gaan chillen?’ vroeg ze.
     ‘Ehm, ja hoor is goed,’ zei ik. Ik had eerlijk gezegd geen idee wat dat inhield. Ik hoorde het klasgenoten op school wel eens zeggen: ‘Ga je mee chillen?’ Maar ik was daar nog nooit bij geweest.
     Het meisje pakte haar radio en zette haar pet op. ‘Kom mee dan!’ Ik volgde haar, maar dat was nog moeilijk. Ze liep snel en om de zoveel tijd was ik haar kwijt. We gingen richting het park, ze ging daar op de leuning van een bankje zitten en telde haar geld. ‘Ik kan beter,’ zei ze zuchtend. Ze stopte het geld weg en gebaarde dat ik moest gaan zitten. In het begin voelde ik me een beetje ongemakkelijk, maar ze begon het gesprek en vroeg van alles over mij. Over waar ik woonde, en over mijn familie. Ze wilde zelfs graag weten waar ik mijn kleding kocht. Ze vertelde dat ze Jasmin heette, maar liever Jazz werd genoemd. Met dubbel z, dat vond ze cool. Ze danste al sinds ze kon lopen, het was haar uitlaatklep en ze wilde er het liefst haar beroep van maken. Ze probeerde ontdekt te worden door op straat te dansen, ze wilde liever meedoen aan wedstrijden, maar daar had je inschrijfgeld voor nodig, en ze had eigenlijk nog maar net genoeg geld om van te leven. Ik kreeg medelijden met haar toen ze vertelde dat ze een slechte band had met haar moeder, en dat ze haar vader nooit heeft gekend. Andere familie had ze niet, en haar vrienden kon ze niet vertrouwen. Eigenlijk had ze dus niemand. Maar nu heeft ze mij.

Ik sprak steeds vaker met Jazz af, vooral na schooltijd maar ook wel eens in het weekend. Ze leerde me wat danspasjes, en nam me mee naar kledingwinkels die ze cool vond. Laatst had ze een heel vet t-shirt voor me meegenomen. Ik vroeg hoe ze aan het geld kwam maar ze zei dat ze er niet voor hoefde te betalen omdat ze iemand kende. Sommige van mijn cijfers werden lager, en ik ging steeds minder met mijn zusje om, waar ik me eigenlijk een beetje schuldig over voelde. Maar ik wilde zo graag iets voor Jazz betekenen, ik kon altijd nog met me zusje afspreken toch? En ik had eindelijk het geld bij elkaar, dus binnenkort kon ik haar meenemen naar de Efteling.

’s Nachts droomde ik over Jazz, ik was verliefd op haar donkere ogen en mooie glimlach, haar stoere gedrag en haar plagerige opmerkingen over mijn ‘bekakte accent’ dat ik volgens haar had. En als ik wakker werd las ik de berichtjes die ze die nacht naar me had gestuurd. Op school hield ik me buiten de groep, kon niet wachten tot ik haar ´s middags heel even helemaal tegen mij aan voelde, als ze me omhelsde als begroeting. Dan gingen we samen de stad in en hadden we lol, soms liepen we zelfs hand in hand. Ze vertelde me over een gruwelijke danswedstrijd, zoals ze dat zei. Het was blijkbaar het grootste, bekendste evenement in de danswereld, alle bekende producers zouden er zijn. Het inschrijfgeld was honderdvijftig euro. Jazz was ervoor aan het sparen, maar ze had pas vijftien euro, en over een week zouden de inschrijvingen stoppen. Haar ogen stonden somber bij die woorden, ze baalde er echt van. Ik weet zeker dat als Jazz mee zou doen aan die wedstrijd dat ze zou winnen. Ik heb op internet gekeken naar dansers, en Jazz was sowieso beter dan die mensen. Ze vertelde dat zo’n eerste plek haar hele leven kon veranderen, dan verdiende ze genoeg geld om te studeren en dan zou ze een huis kunnen kopen. ‘Wij samen Micke,’ zei ze soms tegen me. Ik denk dat die woorden het hebben gedaan.

Met honderdvijftig euro op zak liep ik door de stad. Ik voelde me een ander persoon vergeleken met drie maanden terug. Ik was zelfverzekerd, droeg leuke kleding, en ik was op pad om een goede daad te verrichten. Jazz’ gezicht vrolijkte op toen ze me zag. Ze liep naar me toe en omhelsde me. Ik werd helemaal warm van binnen en duwde haar iets van mij af.
     ‘Mag ik je niet meer knuffelen?’ vroeg ze.
     Ik glimlachte. ‘Ik heb iets voor je,’ zei ik. Ze keek me vragend aan. Ik haalde het geld uit mijn broekzak. ‘Jij gaat al die dansers inmaken Jazz,’ zei ik. Ze keek met grote ogen naar het geld.
     ‘Micke...’ stamelde ze. ‘Hoe kom je aan al dat geld?’
     ‘Gespaard,’ zei ik. ‘Neem het nou maar aan! Je gaat een grote ster worden Jazz!’ Ik zag tranen in haar ogen opkomen.
     ‘Je bent geweldig Micke!’ Ze sloeg haar armen om mijn nek en gaf me een kus op mijn mond.
     Ik moest blozen en glimlachen.
     ‘Ik ga me snel inschrijven!’ zei Jazz.
     ‘Ik ga mee!’ zei ik.
     ‘Nee, ik ben sneller! Ga maar naar huis! Ik zie je morgen!’ Ze rende weg. Ergens diep in mijn buik knaagde het schuldgevoel. Ik slikte moeizaam en keek er al tegenop om tegen mijn zusje te zeggen dat we dit weekend niet naar de Efteling zouden gaan.

Jazz liep door de grootste winkelstraat van de stad. Haar tranen waren totaal verdwenen. Ze was weer het meisje met de oordopjes in, afgesloten van de buitenwereld en met een uitstraling waar iedereen wel voor aan de kant moést gaan. Ze keek even achter zich, Micke was nergens meer te bekennen. Ze verwijderde zijn nummer uit haar telefoon en liep de juwelier in. De oude verkoper keek haar wantrouwend aan, wat moest zo’n meisje van de straat in zijn winkel? Met een strakke blik legde Jazz honderdvijftig euro op de toonbank en knikte naar het gouden horloge achter het beschermde glas. ‘Die graag.’
 

bottom of page